Thuiswerken is sinds de coronapandemie echt een hype geworden. Misschien moest jij, net zoals vele anderen, ook wel noodgedwongen thuis aan het werk. Dit is natuurlijk anders dan werken op kantoor. Er is hierdoor een grote kans dat je tegenwoordig vanuit je woonkamer, of in een omgebouwde werkruimte, achter je computerscherm aan het werk bent. Voor veel werkende mensen kan dit best lastig zijn en invloed hebben op je mentale gezondheid. Thuiswerken vraagt om een groot aanpassingsvermogen en dat is niet voor iedereen haalbaar. Want wat voor invloed heeft thuiswerken eigenlijk op de mentale gezondheid? En hoe houden we onze mentale gezondheid ‘gezond’ tijdens het thuiswerken? 

Om goed te kunnen thuiswerken zijn een aantal praktische zaken van belang. Denk bijvoorbeeld aan een geschikte thuiswerkplek. Het is belangrijk dat je een eigen plek hebt om je goed te kunnen focussen op je werk. Daarnaast moeten er niet te veel afleidende factoren zijn, zoals kinderen of huishoudelijke taken. Bovendien kan het lastig voor je zijn om een goede balans te vinden tussen werk en privé wanneer werk plaatsvindt in een privéruimte, namelijk thuis. Je kan bijvoorbeeld te veel privé bezig zijn tijdens werk, of juist het tegenovergestelde: ook in je privétijd bezig zijn met werk. Dit kunnen allerlei belemmerende factoren voor je zijn om ‘goed’ te kunnen thuiswerken.  

Wat is eigenlijk de invloed van thuiswerken op onze (mentale) gezondheid? 

Sinds de coronapandemie is er een toename van zowel lichamelijke als mentale klachten onder thuiswerkende mensen. Denk aan vermoeidheid- en/of rugklachten maar ook aan burn-outklachten, stress en depressieve klachten. Factoren die hier aan bijdragen zijn bijvoorbeeld een verminderde lichamelijke activiteit, het eten van meer ongezond eten, minder contact met collega's en een kinderen hebben die veel thuis zijn. Afleidende factoren tijdens het thuiswerken hangen samen met een verminderde mentale gezondheid. Ook geven thuiswerkende mensen aan dat ze meer werkdruk ervaren, soms meer uren werken, of aangepaste werkuren hebben. Dit zijn ook factoren die vaak hand-in-hand met toenemende mentale klachten.  

Daarnaast kun je in een sleur belanden omdat je de hele dag thuis zit. Dit is vaak funest voor de motivatie en zorgt voor verveling. Deze sleur ontstaat doordat je veel minder prikkels binnenkrijgt dan wanneer je op kantoor met collega's werkt. Zo heb je bijvoorbeeld minder smalltalk met je collega's. Ondanks dat smalltalk niet altijd als positief wordt beschouwd zorgt het juist wel voor kleine contactmomenten tijdens je werkdagen om de werksleur eventjes te doorbreken. Tijdens het thuiswerken is dit minder of zelfs niet aanwezig waardoor je sneller afstand naar je collega's ervaart en dit contact ook kunt missen.   

Hoe beschermen we onze mentale gezondheid tijdens thuiswerken? 

  • Probeer je dagelijkse routine aan te houden. Denk aan regelmatige etenstijden en het aanhouden van dagelijkse bezigheden, zoals douchen, koken, en klaarmaken voor een werkdag. 
  • Houd werk en privé zoveel mogelijk gescheiden en probeer dezelfde routines aan te houden als op een ‘normale’ werkdag. 
  • Blijf in contact met je collega's. Stel bijvoorbeeld voor om via Teams even bij te kletsen.  
  • Neem pauzes. Dit zorgt ervoor dat je even uit de werksleur komt.  
  • Beweeg! Zorg ervoor dat je genoeg buiten komt en genoeg beweegt op een dag. Denk bijvoorbeeld aan een wandeling tijdens de middagpauze, of voor dat de werkdag begint. 

 

Wil jij hulp bij klachten door thuiswerken? Vind hier een psycholoog die bij jou past.

Of bel direct naar 085 273 3339 voor advies.

 

Referenties: 

Birimoglu Okuyan, C. & Begen, M.A. (2021). Working from home during the COVID-19 pandemic, its effects on health, and recommendations: The pandemic and beyond. Perspectives in Psychiatric Care, 58(1), 173-179. 

Xiao, Y., Becerik-Gerber, B., Lucas, G., & Roll, S.C. (2021). Impacts of working from home during covid-19 pandemic on physical and mental well-being of office workstation users. Journal of Occupational and Environmental Medicine, 63(3), 181-190.