Oeps foutje... “kan gebeuren” zeg je tegen je collega. Een paar weken later maak je dezelfde fout en je denkt bij jezelf: “jeetje wat stom van me". Er zit vaak een verschil in hoe we op anderen reageren als ze een fout maken vergeleken met wanneer wijzelf een fout maken. We zijn namelijk vaak best wel streng voor onszelf. Waarom zijn we eigenlijk zo streng? En hoe krijgen we wat meer compassie voor onszelf?
Wat betekent zelfcompassie?
Zelfcompassie betekent dat je met een milde en begripvolle blik naar jezelf en naar jouw gedrag kijkt. We zijn vaak geneigd om erg streng voor onszelf te zijn terwijl we dat vaak niet zijn naar anderen. We zijn vaak streng op momenten dat we het moeilijk hebben of een fout maken. Zelfcompassie staat voor het accepteren dat je niet altijd alles perfect doet. Dat hoeft namelijk helemaal niet.
Dit betekent niet dat je nooit meer iets afkeurt wat je doet, of alles maar prima vindt. Natuurlijk mag je ook kritisch reflecteren op hoe jij met dingen omgaat. Maar dat reflecteren hoeft niet samen te gaan met een hard oordeel waarmee jij jezelf als persoon afwijst. Zie het als leermomenten, waardoor je het een volgende keer anders wilt aanpakken.
Waarom zijn we zo streng voor onszelf?
Misschien ken je het wel: dat stemmetje in je hoofd dat continu commentaar op je levert als er iets misgaat of er iets tegen zit. Dit noemen we ook wel jouw innerlijke criticus. Vanuit de schematherapie wordt er ook gesproken van een 'veeleisende ouder'. Vaak gebeurt dit onbewust. Het commentaar kan bijvoorbeeld gaan over je uiterlijk, je prestaties of je gedrag.
Veel mensen met een negatief zelfbeeld hebben een sterke innerlijke criticus. Je hebt het gevoel dat je nooit goed zal zijn of zal doen. Dit kun je bijvoorbeeld hebben meegekregen vanuit je opvoeding en de manier waarop je bent gehecht aan je ouders en/of verzorgers.
Hoe kijken we met meer compassie naar onszelf?
Het is goed om je te realiseren dat iedereen wel eens fouten maakt en iedereen te maken krijgt met tegenslagen. Niet jij alleen. Met zelfcompassie omarm je dit feit. Daarnaast is het goed om bewuster te worden van die innerlijke criticus en objectief proberen te kijken naar het commentaar dat je criticus levert. Vaak is het commentaar te kortzichtig en te streng. Het is goed om er een alternatieve en meer kloppende gedachte tegenover te zetten.
Een zelfreflectie zonder oordeel en mét zelfcompassie kan bijvoorbeeld klinken als: "ik deed dat even niet zo handig, maar zo'n big deal is het niet", of: "ik baal dat ik die taak niet heb afgemaakt, maar ik ben vandaag ook wel erg moe". Morgen weer een dag!
Bovendien kan het helpen om mindfulness toe te passen. Mindfulness helpt je om gedachten en gevoelens die je hebt op te merken, zonder dat je die direct als waarheid aanneemt. Zo houdt je iets meer afstand van de innerlijke criticus en kun je zelf bepalen hoeveel ruimte die in je hoofd krijgt.