Eetgedachten spelen een cruciale rol in hoe we met voeding omgaan en hoe we ons eigen lichaam zien. Deze gedachten, zoals "Mensen zullen mij leuker vinden als ik dunner ben," kunnen leiden tot ongezond eetgedrag en zelfs ernstige eetstoornissen. In deze blog bespreken we de invloed van disfunctionele eetgedachten.
Gedachten over eten
Disfunctionele eetgedachten zijn vertekende en onrealistische ideeën over voeding, lichaamsbeeld en eetgewoonten. Deze gedachten kunnen een grote invloed hebben op hoe je met eten omgaat en kunnen leiden tot ongezond eetgedrag. Voorbeelden van zulke gedachten zijn:
- "Als ik deze taart eet, word ik meteen dik."
- "Ik mag alleen eten als ik het heb verdiend door te sporten."
- "Mensen zullen mij leuker vinden als ik dunner ben."
Deze gedachten kunnen voortkomen uit opvoeding, sociale invloed, culturele overtuigingen of persoonlijke onzekerheden en worden vaak versterkt door de druk van sociale media en de samenleving om aan bepaalde schoonheidsidealen te voldoen.
Eetgedrag
Dysfunctionele eetgedachten kunnen leiden tot verschillende vormen van ongezond eetgedrag, waaronder:
1. Restrictief eetgedrag: Mensen met restrictief eetgedrag beperken hun voeding drastisch om gewicht te verliezen of een bepaald lichaamsbeeld te behouden. Dit kan leiden tot ondervoeding en ernstige gezondheidsproblemen.
2. Overeten en eetbuien: Sommige mensen reageren op strenge diëten en restrictieve eetgedachten door uiteindelijk te bezwijken en grote hoeveelheden voedsel te eten in een korte tijd, vaak met een gevoel van verlies van controle.
3. Compenserend gedrag: Dit omvat acties zoals braken, laxeren of extreem veel sporten om de gegeten calorieën te 'compenseren'. Dit gedrag kan snel verslavend worden en ernstige lichamelijke schade veroorzaken.
4. Emotioneel eten: Mensen gebruiken voedsel als een manier om met negatieve emoties om te gaan, zoals stress, angst of verdriet. Dit leidt vaak tot het eten van ongezonde hoeveelheden of soorten voedsel.
Controle
De disfunctionele gedachten die je kan hebben over eetpatronen kunnen in gedrag vertaald worden als een manier van het uitoefenen van controle. Door te braken, laxeermiddel te gebruiken, op dieet te gaan, jezelf ervan te weerhouden om te eten of extreem te bewegen lijkt het misschien alsof je controle hebt over je eetgedrag, maar dit is een illusie. Je belandt bijvoorbeeld in een vicieuze cirkel van overeten en daarna braken of laxeren, wat steeds opnieuw leidt tot overeten. Braken en laxeren kunnen snel verslavend worden. Je kunt het gevoel krijgen dat je ‘moet’ braken, laxeren of bewegen om je opgelucht te voelen. Maar als je echt controle had over je eetgedrag, zou dit niet nodig zijn.
Denk je dat je een eetprobleem hebt? Herken je ongezonde gedachten over voeding, en merk je dat je hier steeds vaker naar handelt? Zoek dan zo snel mogelijk hulp. Een eetprobleem kan geleidelijk erger worden en je leven gaan beheersen. Op dat punt heb je geen eetprobleem meer, maar een eetstoornis. Een eetstoornis is een stuk hardnekkiger om te behandelen, wees er dus op tijd bij en trek aan de bel.