Wie ben ik? En wie wil ik zijn? Deze ogenschijnlijk eenvoudige vragen vormen de kern van een van de meest invloedrijke psychologische theorieën van de 20e eeuw: het zelfconcept van Carl Rogers. Rogers, grondlegger van de humanistische psychologie, geloofde dat ieder mens van nature streeft naar groei, authenticiteit en vervulling. Maar wat gebeurt er als je beeld van jezelf niet klopt met hoe je je voelt of wie je wilt zijn? Precies daar ligt volgens Rogers het belang van het zelfconcept.
Wat is het zelfconcept?
Het zelfconcept is het geheel van gedachten, overtuigingen en gevoelens dat iemand over zichzelf heeft. Volgens Rogers bestaat het uit drie onderdelen:
-
Het reële zelf – wie je daadwerkelijk bent, gebaseerd op je ervaringen, gevoelens en gedrag.
-
Het ideaal zelf – wie je graag zou willen zijn; je doelen, ambities en het beeld van de “perfecte ik”.
-
Het zelfbeeld – hoe je jezelf ziet in het dagelijks leven, inclusief je eigenwaarde en overtuigingen over jezelf.
Wanneer deze drie aspecten goed op elkaar aansluiten, ontstaat er volgens Rogers een gevoel van balans en tevredenheid. Dit noemt hij congruentie.
Congruentie en incongruentie
Congruentie ontstaat wanneer je reële zelf, ideaal zelf en zelfbeeld redelijk overeenkomen. Je voelt je authentiek en leeft in overeenstemming met je waarden. Maar helaas is dit niet altijd het geval. Veel mensen ervaren incongruentie: een pijnlijk gevoel van mismatch tussen wie ze zijn en wie ze denken dat ze zouden moeten zijn.
Bijvoorbeeld: stel dat je jezelf ziet als iemand die altijd sterk en succesvol moet zijn (ideaal zelf), maar je ervaart vaak onzekerheid of faalangst (reëel zelf). Deze tegenstrijdigheid kan leiden tot gevoelens van angst, frustratie of zelfs depressie.
Rogers zag incongruentie als een belangrijke oorzaak van psychische problemen. Mensen proberen hun ervaringen dan vaak te verdraaien of te ontkennen om het zelfbeeld intact te houden, wat innerlijke spanning veroorzaakt.
De rol van acceptatie en empathie
Een essentieel aspect van Rogers’ benadering is dat groei alleen mogelijk is in een veilige, accepterende omgeving. In zijn cliëntgerichte therapie bood hij mensen een ruimte waarin ze onvoorwaardelijke positieve acceptatie, empathie en echtheid konden ervaren. Hierdoor voelden cliënten zich vrij om hun ware zelf te ontdekken – ook de delen die ze eerder hadden weggestopt.
Volgens Rogers leidt deze acceptatie tot meer zelfinzicht en uiteindelijk tot meer congruentie. Het ideaal zelf en het reële zelf groeien naar elkaar toe, waardoor mensen zich vollediger, vrijer en meer zichzelf voelen.
Waarom is dit vandaag nog relevant?
In een wereld waarin we voortdurend worden blootgesteld aan idealen via sociale media, werkdruk en maatschappelijke verwachtingen, is het zelfconcept relevanter dan ooit. De afstand tussen wie we zijn en wie we denken te moeten zijn, groeit vaak ongemerkt. Rogers herinnert ons eraan dat echte verandering niet begint bij streven naar perfectie, maar bij het accepteren van wie we nu zijn.
Neem vrijblijvend contact op door ons te bellen op 085 27 333 39, of door een adviesgesprek te plannen om te kijken wat wij voor jou zouden kunnen betekenen. Wij bellen jou dan wanneer het jou het beste uitkomt.
Meer blogs lezen? Klik dan hier.