Het verlies van een dierbare door zelfdoding is een ingrijpende gebeurtenis die diepe sporen nalaat. Nabestaanden ervaren vaak een mix van verdriet, schuldgevoelens en vragen die onbeantwoord blijven. Dit soort rouw kan complexer zijn dan bij andere sterfgevallen, omdat het gepaard gaat met traumatische elementen en sociaal isolement. In deze blog bespreken we hoe nabestaanden dit verlies verwerken en welke vormen van ondersteuning beschikbaar zijn.
Het verlies door zelfdoding
Een overlijden door zelfdoding verschilt vaak van andere vormen van rouw omdat het overlijden meestal onverwacht is, geen zichtbare lichamelijke ziekte voorafging en er daarmee weinig voorbereidingstijd was. Daarnaast ervaren nabestaanden vaak het gevoel dat er iets gemist is of dat de dood voorkomen had kunnen worden. Dit versterkt de gevoelens van schuld.
Reacties die vaak voorkomen
In rouw na zelfdoding zijn er enkele terugkerende patronen:
- Schuldgevoelens: “had ik het kunnen voorkomen?”, “waar was ik toen?”
- Woede en verwarring: boosheid richting de overledene (“Waarom heeft hij/zij dit gedaan?”) of richting zichzelf of anderen.
- Identiteits‑ en betekenisvraagstukken: naast de vraag ‘waarom’ komt vaak de vraag ‘wie ben ik nu zonder hem/haar’, of ‘wat betekent dit voor mijn leven?’
Deze reacties kunnen ervoor zorgen dat het rouwproces anders verloopt, bijvoorbeeld langer, meer complex of met meer verstoring dan reguliere rouw.
Mentale gevolgen
Nabestaanden na zelfdoding lopen een hoger risico op mentale én fysieke complicaties in vergelijking met nabestaanden van andere sterfgevallen. Bijvoorbeeld:
- Verhoogde kans op depressie, angst, posttraumatische stress en suïcidegedachten.
- Mogelijkheid van langdurige of gecompliceerde rouw (ook wel “prolonged grief disorder”) waardoor het normale rouwproces wordt verstoord.
- Gevolgen voor lichamelijke gezondheid en sociaal functioneren (onder andere doordat stress en isolatie invloed hebben op fysieke gezondheid).
Daarom is het van belang vroegtijdig signalen te herkennen (zoals intensieve schuldgevoelens, hardnekkige woede, terugtrekking, suïcidegedachten) en zo tijdig passende hulp in te zetten.
Hulp voor nabestaanden
Voor nabestaanden die geconfronteerd zijn met een overlijden door zelfdoding, bestaan er verschillende vormen van ondersteuning en therapie. Hieronder een overzicht:
- Individuele rouw‐ of traumatherapie: gericht op verwerking van het verlies, schuldgevoel, trauma en het opnieuw opbouwen van betekenis. Behandelingen zoals cognitieve gedragstherapie (CGT) tonen effectiviteit in deze doelgroep.
- Trauma‑gerichte interventies: wanneer de dood zeer traumatisch was (bijv. getuige zijn van de gebeurtenis), kunnen therapieën gericht op traumaverwerking (EMDR, ACT, MBT) relevant zijn.
- Gezins‐ of familietherapie: wanneer het verlies de gezinsdynamiek beïnvloedt, met kinderen of meerdere nabestaanden betrokken, is therapie die op het systeem gericht is zinvol.
- Psycho‑educatie en vroegtijdige nazorg: informatievoorziening, begeleiding vlak na het overlijden en het vergroten van het sociaal netwerk zijn belangrijk.
- Groeps‐ of lotgenotengroepen: bijeenkomsten met anderen die vergelijkbaar verlies ervaren, bieden erkenning, vermindering van isolement en uitwisseling van copingstrategieën. Zo bestaan er speciale bijeenkomsten voor nabestaanden na zelfdoding (https://steunnazelfdoding.nl/)
Heb jij zelfdoding meegemaakt in je omgeving en behoefte om hier met een psycholoog over te praten? Psycholoog.nl biedt online therapie zodat je op een laagdrempelige manier professionele begeleiding kan ontvangen, waar en wanneer het jou uitkomt. Neem vrijblijvend contact op met ons aanmeld- en adviesteam via 085 273 3339 of plan online een gratis adviesgesprek in.