Stel je voor: je bent alleen thuis en oefent op je gitaar. Alles gaat soepel. Maar zodra iemand toekijkt, gaat het ineens mis. Of juist beter. Wat gebeurt er precies? De facilitatie theorie, of specifieker sociale facilitatie, komt uit de sociale psychologie en beschrijft precies dit fenomeen. De theorie stelt dat de aanwezigheid van anderen invloed heeft op onze prestaties: we worden er beter van bij makkelijke of goed geoefende taken, maar slechter bij moeilijke of onbekende taken.

De basis

De Amerikaanse psycholoog Robert Zajonc (1965) wordt vaak gezien als de grondlegger van deze theorie. Zijn onderzoek met dieren toonde aan dat zelfs kakkerlakken sneller door een doolhof renden wanneer andere kakkerlakken toekeken. Zajonc stelde dat de aanwezigheid van anderen ons niveau van arousal (spanning of alertheid) verhoogt. Dit verhoogde arousal vergroot de kans dat we de dominante respons vertonen, de reactie die het meest waarschijnlijk of vanzelfsprekend is in een bepaalde situatie.

  • Bij eenvoudige of geoefende taken is die dominante respons meestal correct: we presteren dus beter.

  • Bij moeilijke of nieuwe taken is de dominante respons vaak fout: onze prestatie verslechtert.

Praktijkvoorbeelden

Denk aan topsporters die beter lijken te presteren voor een groot publiek. Of studenten die dichtklappen tijdens een presentatie, ondanks dat ze de stof goed kennen. In beide gevallen speelt sociale facilitatie een rol: het effect van publiek op de prestatie is afhankelijk van de taak en ervaring van de uitvoerder.

Sociale inhibitie

Wanneer de aanwezigheid van anderen juist leidt tot slechtere prestaties, spreken we van sociale inhibitie. Dit komt vaak voor bij taken die nieuw, complex of stressvol zijn. Het idee dat je wordt beoordeeld kan verlammend werken, wat de druk alleen maar vergroot.

Moderne inzichten

Latere onderzoeken hebben de theorie genuanceerd. Zo is aangetoond dat het niet alleen gaat om fysieke aanwezigheid van anderen, maar ook om perceptie van evaluatie — het gevoel dat je beoordeeld wordt. Daarnaast blijkt dat niet alleen mensen, maar ook dieren gevoelig zijn voor dit effect, wat suggereert dat het diepgeworteld zit in onze biologie.

Wat kun je ermee?

Begrip van de facilitatie theorie helpt in tal van situaties:

  • Onderwijs: Laat leerlingen eerst individueel oefenen voor ze presenteren.

  • Werk: Organiseer brainstormsessies in kleine, vertrouwde groepen.

  • Sport: Train onder wedstrijdomstandigheden om gewenning aan publiek te bevorderen.

Neem vrijblijvend contact op door ons te bellen op 085 27 333 39, of door een adviesgesprek te plannen. Wij bellen jou dan wanneer het jou het beste uitkomt. 

Meer blogs lezen? Klik dan hier.

Wil je meer weten? Lees meer over dit onderwerp in onze artikelen

Psychologische zorg voor specifieke groepen: studenten, expats en ouderen

(1-8-2025)

Specifieke doelgroepen vragen om specifieke zorg, afgestemd op hun unieke levensfase en de bijbehorende uitdagingen. Lees er meer over in deze blog. Lees verder

Vaak onderschatte klachten: chronische vermoeidheid, burn-out en rampfantasieën

(1-8-2025)

Sommige klachten zijn vaak moeilijk te duiden, of ze worden snel onderschat. Dit maakt ze niet minder impactvol. Lees er hier meer over. Lees verder

Hoe herken je chronische patronen in relaties?

(31-7-2025)

Wanneer er voor een langere tijd problemen voorkomen in een relatie, kunnen deze patronen chronisch worden. Lees hier hoe je deze kunt herkennen. Lees verder

10 positieve affirmaties voor angstklachten

(29-7-2025)

Door positieve affirmaties toe te passen in het dagelijks leven kunnen angstklachten verminderen. In deze blog lees je 10 voorbeelden van deze affirmaties. Lees verder