In de eerste blog van deze serie hebben we aandacht besteed aan wat bindingsangst is, hoe het kan ontstaan en op welke manieren het tot uiting komt. Je vraagt je nu waarschijnlijk af: hoe kom ik er van af? Dat is vaak een heel proces, maar laten we eens beginnen met de eerste fase van de therapie.

Hoe ga je aan de slag met bindingsangst? 

Bindingsangst is de angst om je aan iemand te hechten, omdat je om wat voor reden dan ook geleerd hebt om een negatieve uitkomst te verwachten. Die verwachting is vaak diep in je brein ingesleten. Dat betekent – helaas – ook dat het tijd kost om de angst te verminderen. Het kan goed zijn dat intieme relaties met anderen altijd een moeilijk punt voor je blijven. Dat gezegd hebbende, kun je wel leren om jezelf meer gerust te stellen en er over het algemeen mee om te kunnen gaan.

In de vorige blog heb je gelezen dat bindingsangst kan ontstaan vanuit trauma. Wanneer dit trauma nog heel erg voor je leeft en je hier veel aan terug denkt en last van hebt, is het belangrijk om eerst in behandeling te gaan voor deze traumaklachten. Je kunt dan denken aan EMDR of imaginaire exposure.

In andere gevallen zijn ervaringen vanuit je jeugd misschien ook de oorsprong van jouw bindingsangst, maar ben je met die ervaringen zelf niet meer zoveel bezig. Je hebt dan niet (meer) direct last van de herinneringen aan die gebeurtenissen, maar het kan wel de oorzaak zijn van bepaalde patronen die zich door de tijd heen hebben ingesleten. In dat geval kan schematherapie een passende methode zijn om hiernaar te gaan kijken. 

Wat is schematherapie?

De basis van schematherapie is dat jij tijdens je jeugd bepaalde schema’s hebt ontwikkeld die nu nog van invloed zijn op hoe jij in het leven staat en omgaat met jezelf en anderen. Een schema is een soort bril waardoor jij ervaringen interpreteert en ervaart. Zo houdt bijvoorbeeld het schema mislukking in dat je bij kleine tegenslagen direct concludeert dat je gefaald hebt. Die schema’s zijn ontstaan doordat er in jouw jeugd onvoldoende tegemoet is gekomen aan één of meer van jouw basisbehoeftes:

  1. Zelfexpressie en waardering. Jezelf mogen zijn en hierom gewaardeerd worden, emoties mogen uiten.
  2. Veiligheid. Ervaren dat er voor je gezorgd wordt, zowel in fysieke als emotionele zin.
  3. Realistische grenzen. Leren rekening houden met anderen en frustraties verdragen.
  4. Autonomie. Zelf kunnen beslissen en invloed hebben. Jezelf kunnen zijn, realistische grenzen, veiligheid, spontaniteit en autonomie.
  5. Verbondenheid. Je kunnen hechten aan anderen, ergens deel van uit maken en je gesteund voelen.

Schematherapie helpt je om inzicht te krijgen in jouw schema’s en valkuilen. Je gaat leren om jouw triggers te herkennen en hier anders op te reageren. Ook leer je wat jouw reacties zeggen over wat je eigenlijk nodig hebt en hoe je beter voor die behoeften kunt gaan zorgen. Bij schematherapie beginnen we altijd met een casusconceptualisatie. 

Wat is een casusconceptualisatie?

Bij een casusconceptualisatie brengen we jouw schema’s in kaart. We kijken naar de problemen die de schema’s je opleveren, maar ook naar hoe jouw opvoeding of bepaalde ervaringen hieraan hebben bijgedragen. We schrijven op waar het triggeren van je schema’s toe leidt: hoe jij je dan voelt en wat je dan doet. Deze toestand noemen we een modus.

Voorbeeld:
Dianne kreeg als kind weinig aandacht van haar ouders. Wanneer zij zich uitsprak of boos werd, straften haar ouders dit af. Ze leerde zich klein te maken en zich vooral af te stemmen op de behoeften en emoties van haar ouders (schema: onderwerping). Als volwassene merkt ze dat haar liefdesrelaties niet goed lopen. Ze houdt haar partners op afstand en laat weinig zien van wat er in haar omgaat (copingmodus). Dianne is bang dat haar partner haar anders zal afwijzen (oudermodus). Helaas is het gevolg dat relaties zich niet verdiepen en haar partners de relatie beëindigen, wat haar angst voor afwijzing steeds weer bevestigt (kindmodus). Tijdens de eerste paar sessies zijn deze patronen samengevat in Dianne haar casusconceptualisatie.

Wat zijn modi?

De modi (meervoud modus) waarin jij terecht kan komen verdelen we in oudermodi, kindmodi en copingmodi. Een oudermodus is de kritische en afwijzende kant van waaruit jij tegen jezelf praat (“Ja hoor, je hebt het weer helemaal verpest. Kluns!”). De kindmodus is een toestand waarin je je heel kwetsbaar en verdrietig of juist heel boos voelt. Die kan naar boven komen wanneer een situatie ons doet denken aan vroeger.

Een copingmodus heeft als doel om dat verdrietige of boze kind in jou te beschermen. Dat doe je bijvoorbeeld door jezelf continu af te leiden of je simpelweg af te sluiten van wat je voelt. Vroeger was dit voor jou als kind de manier om met moeilijke situaties en gevoelens om te gaan. Maar nu staan ze jou als volwassene in de weg om gezonde relaties te vormen en om op een ontspannen manier door het leven te gaan. 

Casusconceptualisatie als leidraad

De casusconceptualisatie is een soort roadmap voor jouw innerlijke beleving. Het helpt je om gevoelens en gedrag beter te kunnen plaatsen en snappen. Vanuit daar kun je stap voor stap leren om andere keuzes te maken en beter voor jouw behoeften te gaan zorgen. Hoe kun je bijvoorbeeld zelf je gevoel van veiligheid versterken zonder daarin compleet afhankelijk van de ander te zijn?

---

In de volgende blog vertel ik je over het schemadagboek: een manier om dagelijkse situaties te registreren en te analyseren. Wat zijn je pijnpunten? En hoe komen die tot uiting?

Wil je meer weten? Lees meer over dit onderwerp in onze artikelen

Hoe kan lachtherapie ons welzijn beïnvloeden?

(26-4-2024)

Dat lachen gezond is weten de meeste mensen wel, maar wist je dat lachtherapie stress verminderend en emotie regulerend kan werken? Lees er hier meer over. Lees verder

De kracht van aanraking: hoe draagt dit bij aan het algehele welzijn?

(26-4-2024)

Uit recent onderzoek blijkt dat aanrakingen goed zijn voor het algehele welzijn. Zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid wordt verbeterd door een knuff… Lees verder

De taartpunttechniek bij cognitieve gedragstherapie

(25-4-2024)

Snel en onjuist conclusies trekken kan effect hebben op je zelfbeeld. Lees hier meer over hoe de taartpunttechniek je kan helpen! Lees verder

Therapeutische techniek: wat is cumulatieve kansberekening?

(25-4-2024)

mensen zijn niet goed in kansen inschatten en overschatten van een situatie. Lees hier hoe cumulatieve kansberekening kan helpen bij deze gedachtepatronen. Lees verder