Stotteren ontstaat wanneer de verbindingen tussen hersenen en spieren niet goed werkzaam zijn. Hieraan onderliggend is meestal een erfelijke aanleg maar het kan ook ontstaan door ervaringen uit de kindertijd of door angstproblematiek. Verhoogde spanningsmomenten kunnen het stotteren doen toenemen. Lees in deze blog wat de psychische oorzaken kunnen zijn en wat voor effect stotteren kan hebben op iemands zelfbeeld.

Het kan erg verschillen onder stotteraars of ze last hebben van hun eigen gestotter. De één komt alleen wat lastiger uit de woorden waardoor geen vermijdingsgedrag wordt gebruikt om intensief bezig te zijn om andere woorden te zoeken. Anderen kunnen juist meer last hebben van hun stotterende spraak doordat het veel energie kan vergen om rondom bepaalde probleemklanken te gaan praten en doordat het gestotter een negatief zelfbeeld kan veroorzaken. Vermijdingsgedrag kan zich dan uiten in het vaker knipperen van de ogen of het gebruiken van stopwoordjes als 'ehh' of 'uhm'. 

Psychische oorzaken

Naast het genetische component kan een stotterende spraak ook worden veroorzaakt door spanning. Mensen die stotteren vanuit spanning kunnen vaak wel vloeiend spreken wanneer ze alleen zijn, tegen een dier praten of tegen een kind praten. Dit wijst erop dat de aanwezigheid van anderen en de spanning die daarbij komt kijken dan een uitlokkende factor is voor het stotteren. De oorzaak (genetisch of spanning) wordt het primaire stotteren genoemd en angst voor het stotteren wordt dan het secundaire stotteren genoemd. Deze tweede vorm is beter te behandelen omdat het primaire stotteren óf genetisch bepaald is óf erg diep geworteld zit.

Zelfbeeld

Stotteren kan leiden tot een laag zelfbeeld. Onzekerheid over hoe je overkomt op anderen, schaamte en een verlaagd zelfvertrouwen zijn hier oorzakelijk aan. Ook kijken stotteraars kritischer naar zichzelf dan mensen die niet stotteren. Het hebben van een stotterende spraak kan ertoe leiden dat mensen sociale situaties gaan verwijden waardoor ze in een sociaal isolement terechtkomen. 

Behandelingen

Mensen die stotteren gebruiken, zoals eerder benoemd, vaak vermijdingstechnieken. Deze vermijdingstechnieken houden het stotteren in stand, hierdoor leren ze namelijk juist niet dat het niet erg hoeft te zijn om te stotteren. Wanneer je als stotteraar erachter komt dat stotteren geen ernstige gevolgen heeft, zal de spanning rondom het stotteren afnemen en dit resulteert dan in minder gestotter. Het secundaire stotteren zal dan verminder of volledig weggaan. In dit geval kan therapie die ook wordt gebruikt voor de behandeling van spanningsklachten helpen bij het behandelen van stotteren. 

Bij Psycholoog.nl bieden wij online therapie voor lichte mentale klachten. Wil je hier meer over weten? Dan kan je contact opnemen met ons aanmeld- en adviesteam of een vrijblijvend en gratis adviesgesprek inplannen.

Meer blogs lezen? Klik dan hier. 

 

Bronnen:

Janssen, W. C., & Janssen, P. (1985). Gedragstherapie bij stotteren. Bohn Stafleu van Loghum. 

Franken, M., Embrechts, M. (1998). Stotteren. In: Hb. Kind.&Adoles. - Boekblok. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-8644-4_68

Wil je meer weten? Lees meer over dit onderwerp in onze artikelen

Hoe kan lachtherapie ons welzijn beïnvloeden?

(26-4-2024)

Dat lachen gezond is weten de meeste mensen wel, maar wist je dat lachtherapie stress verminderend en emotie regulerend kan werken? Lees er hier meer over. Lees verder

De kracht van aanraking: hoe draagt dit bij aan het algehele welzijn?

(26-4-2024)

Uit recent onderzoek blijkt dat aanrakingen goed zijn voor het algehele welzijn. Zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid wordt verbeterd door een knuff… Lees verder

De taartpunttechniek bij cognitieve gedragstherapie

(25-4-2024)

Snel en onjuist conclusies trekken kan effect hebben op je zelfbeeld. Lees hier meer over hoe de taartpunttechniek je kan helpen! Lees verder

Therapeutische techniek: wat is cumulatieve kansberekening?

(25-4-2024)

mensen zijn niet goed in kansen inschatten en overschatten van een situatie. Lees hier hoe cumulatieve kansberekening kan helpen bij deze gedachtepatronen. Lees verder