Wanneer mensen depressief zijn, denken ze vaak op een specifieke manier over gebeurtenissen in hun leven. Ze schrijven mislukkingen toe aan zichzelf (“het ligt aan mij”), zien ze als stabiel (“het zal altijd zo blijven”) en als allesomvattend (“het verpest alles”). Deze manier van verklaren, of attributie, speelt een cruciale rol in hoe we emoties ervaren. De attributietheorie biedt een raamwerk om dit te begrijpen, en vormt de basis voor een belangrijke therapeutische aanpak: herattributietraining.
Wat is de attributietheorie?
De attributietheorie, ontwikkeld door psycholoog Martin Seligman en later verfijnd door anderen, beschrijft hoe mensen oorzaken toeschrijven aan gebeurtenissen. Volgens de theorie gebruiken we drie dimensies om te verklaren wat er gebeurt:
-
Intern vs. extern: Ligt de oorzaak bij mijzelf of buiten mij?
-
Stabiel vs. tijdelijk: Is dit iets blijvends of van voorbijgaande aard?
-
Globaal vs. specifiek: Geldt het voor alles of alleen voor deze situatie?
Mensen met een depressieve denkstijl hebben de neiging om negatieve gebeurtenissen intern, stabiel en globaal toe te schrijven. Bijvoorbeeld: “Ik ben dom” (intern), “ik zal altijd falen” (stabiel), “en het beïnvloedt alles wat ik doe” (globaal).
Deze manier van denken versterkt gevoelens van hopeloosheid, een kernsymptoom van depressie.
Wat is herattributietraining?
Herattributietraining is een cognitieve techniek die mensen helpt hun automatische denkpatronen te onderzoeken en te herformuleren. Het doel is niet om ‘positief’ te denken, maar om realistischer te denken.
Tijdens deze training leert iemand om:
-
Alternatieve verklaringen te overwegen (bijv. “misschien had ik gewoon een slechte dag”).
-
Tijdelijkheid te erkennen (“dit zegt niets over de toekomst”).
-
De context te betrekken (“dit geldt alleen voor dit project, niet voor alles wat ik doe”).
Door oorzaken anders toe te schrijven, vermindert de neiging tot zelfverwijt en groeit het gevoel van controle.
Waarom het werkt
Depressieve gedachten worden vaak automatisch en herhalend geactiveerd. Herattributietraining onderbreekt dit patroon door cognitieve flexibiliteit te vergroten. Wanneer iemand leert denken in termen van “extern, tijdelijk en specifiek”, neemt de ervaren hopeloosheid af.
Bovendien blijkt uit onderzoek dat het brein zich aanpast aan deze nieuwe manier van denken: gebieden die betrokken zijn bij zelfreflectie en emotieregulatie (zoals de prefrontale cortex) worden actiever, terwijl de stressrespons afneemt.
In de praktijk
Therapeuten passen herattributietraining vaak toe binnen cognitieve gedragstherapie (CGT). Het kan zowel in gesprekken als via schrijfopdrachten of dagboeken worden geoefend. Een voorbeeld:
-
Negatieve gedachte: “Ik heb die presentatie verpest, ik ben waardeloos.”
-
Nieuwe attributie: “Ik was nerveus omdat het belangrijk voor me was. Dat betekent niet dat ik altijd slecht presenteer.”
Kleine verschuivingen als deze bouwen langzaam een realistischer zelfbeeld op en dat kan een groot verschil maken in herstel.
In het kort
De attributietheorie laat zien hoe onze interpretatie van gebeurtenissen ons gevoel bepaalt. Herattributietraining helpt mensen om uit de cirkel van zelfverwijt en hopeloosheid te stappen. Niet door de werkelijkheid te verdraaien, maar door haar evenwichtiger te bekijken. Zo wordt herstel niet alleen een kwestie van stemming, maar van perspectief.
Wil je aan de slag met de klachten die je ervaart? Neem dan contact op door middel van het inplannen van een gratis adviesgesprek of door ons direct te bellen via 085 273 3339.
Meer blogs lezen? Ga terug naar het overzicht.