Wat is exposure therapie? 

Exposuretherapie is een vorm van cognitieve gedragstherapie waarbij je wordt blootgesteld aan je angsten, en deze aan gaat. Er zijn veel verschillende vormen van exposure therapie, met verschillende doelen. Vaak wordt exposure therapie ingezet bij angstklachten, maar er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar exposure therapie bij andere psychische klachten.  

Wat is de theorie achter exposure therapie? 

Wanneer je ergens bang voor bent ga je datgene eigenlijk het liefst uit de weg. Dit noemen we ook wel vermijding. Door deze vermijding wordt de angst op dat moment verlaagd, maar blijft de angst wel bestaan op de lange termijn. Bij exposure therapie ga je de angst op zulke momenten niet uit de weg, maar confronteer je jezelf er juist mee. Vaak gebeurt dit geleidelijk, en begin je met de dingen die je het minst eng vindt. Vervolgens werk je dan verder in kleine stappen tot situaties die veel angst veroorzaken.  

Er zijn verschillende theorieën die de werking van exposure therapie verklaren. Zo is er een theorie die zegt dat de angst afneemt als je hetgeen wat je zo eng vindt aan het doen bent. Aan het begin zal je veel angst ervaren, maar deze theorie zegt dat de angst daarna weer afneemt. Dit wordt ook wel het angstreductiemodel genoemd.  

Misschien heb je weleens van het 'Pavlov effect' gehoord. Wanneer mensen het hierover hebben, gaat het eigenlijk over klassieke conditionering. Dit gaat erover dat je een bepaald gevoel of sensatie koppelt aan een stimulus of gebeurtenis. Dit wordt vaak een ‘als...dan gedachte’ genoemd. Zo zijn sommige mensen bang dat als ze in een lift stappen, deze dan stil komt te staan. Door deze associatie wordt de angst veroorzaakt, zegt deze theorie. Wanneer je dus bijvoorbeeld in een lift gaat staan, zonder dat deze stil komt te hangen, gaat dat tegen deze associatie in. Je leert je hersenen dus eigenlijk dat datgene waarvoor je bang bent niet echt gebeurt. Je went er dus eigenlijk aan om blootgesteld te worden aan je angsten. Dit noemen we ook wel de theorie van habituatie.  

Welke vormen van exposure therapie zijn er? 

Er zijn verschillende vormen van exposure therapie.

  • Exposure in vivo. Dit is de bekendste en meest gebruikte vorm van exposure. Het betekent letterlijk: blootstelling door te doen. Je gaat bij deze vorm fysiek dingen doen die je normaal vanwege angst zou vermijden.
  • Imaginaire exposure. Dit is het tegenovergestelde van exposure in vivo. Bij deze vorm is het de bedoeling dat je jouw gedachten focust op een situatie die veel angst oproept.  
  • Graduele exposure. Hierbij ga je angsten op een geleidelijke manier aan, om in kleinere stappen je angsten te overwinnen. 
  • Flooding exposure. De therapeut laat je hierbij juist jouw angst in één keer aangaan, net zo lang tot de angst wat wegzakt.  
  • Interoceptieve exposure. Dit is een vorm van exposure die zich focust op je lichaam. Deze therapie is vooral bedoeld voor mensen met een paniekstoornis, die bang zijn om bepaalde lichaamssensaties te ervaren. Je gaat hierbij samen met je psycholoog bepaalde lichamelijke situaties opwekken, waar je normaal een paniekgevoel van krijgt. Je leert dan om om te gaan met deze lichaamssensaties.  

Waarvoor wordt exposure therapie ingezet?  

In eerste instantie is exposure therapie als onderdeel van cognitieve gedragstherapie tot stand gekomen. Met name voor de behandeling van angststoornissen. Tegenwoordig is exposure dan ook de standaardbehandeling die psychologen hiervoor inzetten. Uit onderzoek blijkt ook dat het werkt: Het helpt het grootste deel van de mensen met een angststoornis goed. Bovendien zijn veel mensen die exposure gevolgd hebben hier ook tevreden over.  

Tegenwoordig wordt er ook geëxperimenteerd met het inzetten van exposure bij andere mentale stoornissen. Zo kan het bijvoorbeeld ingezet worden bij het verwerken van trauma. Deze vorm heet narrative-exposure therapie, en hierbij ga je samen met je psycholoog alle gebeurtenissen in je leven plaatsen door naar het gehele plaatje te kijken. Ook bij verslaving kan exposure therapie ingezet worden. Vaak wordt dan cue exposure gebruikt. Een cue staat hierbij voor iets of iemand dat het verslavingsgedrag uitlokt, waar je aan blootgesteld wordt. Deze cues lokken dit uit, doordat ze met de verslaving zijn geassocieerd in je hersenen. Een voorbeeld hiervan is dat iemand met een alcoholverslaving gevraagd wordt aan een alcoholhoudende drank te ruiken, zonder een slok te nemen. Tenslotte wordt exposure therapie ook ingezet bij de behandeling van dwangstoornissen. Hierbij is het geval vaak dat mensen bepaalde gedachten hebben in hun hoofd, die ook wel obsessies genoemd worden. Dit zijn eigenlijk de gedachten aan hetgeen waar ze bang voor zijn. Wanneer zulke gedachten opkomen, doen zij vaak een handeling waardoor deze angstige gedachten afnemen. Dit noemen we compulsies. Bij exposure wordt aangeleerd deze compulsies niet uit te voeren. Mensen met een dwangstoornis ervaren dan dat hetgeen waar zij bang voor zijn niet gebeurt, zonder dat ze compulsies hoeven uit te voeren daarvoor.

Wil jij hier meer over weten of direct een afspraak inplannen bij een van onze psychologen? Neem dan vrijblijvend contact op met ons aanmeldteam of plan een gratis adviesgesprek in. 

Bronnen: 

Rijkeboer, M., & van den Hout, M. (2016). Nieuwe inzichten over exposure. Tijdschrift voor gedragstherapie & cognitieve therapie.  

Van den Hout, M. (1996). Exposure: hoe en waarom het werkt. Directieve therapie.  
 

 

Wil je meer weten? Lees meer over dit onderwerp in onze artikelen

Fake News over mentale gezondheidsproblemen op sociale media

(20-11-2024)

Blijf kritisch bij het consumeren van content over mentale gezondheid op sociale media. Lees verder

Gender en seksuele identiteit in de psychotherapie

(11-11-2024)

Het belang van inclusieve therapie. Lees verder

Wachttijden in de GGZ: Patiënten en naasten slepen de staat voor de rechter

(31-10-2024)

De rechtszaak tegen de staat is een signaal dat de huidige wachttijden niet meer geaccepteerd worden. Lees verder

Lange wachtlijsten in de GGZ en werkstress

(23-10-2024)

De lange wachttijden in de reguliere zorg zorgen ervoor dat het lastig kan zijn voor werknemers om tijdig de juiste zorg te krijgen. Werkgevers kunnen gelukkig… Lees verder