Een gedragsexperiment is iets dat vaak ingezet wordt binnen de cognitieve gedragstherapie. Deze behandelmethode kan jou helpen wanneer je negatieve gedachten of overtuigingen hebt. Deze ga je aan de hand van zo'n experiment uitdagen zodat je ze vervolgens kunt vervangen door helpende gedachten.
Wat is een gedragsexperiment?
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een behandeling waarbij de focus ligt op de wisselwerking tussen je gedachten (cognities) en je gedrag. Deze behandeling gaat ervan uit dat je gedachten, gevoelens en gedrag elkaar beïnvloeden. CGT is een veelgebruikte behandelmethode voor bijvoorbeeld angst, dwang en depressie. Cognitieve gedragstherapie is erop gericht om negatieve of onrealistische gedachten om te zetten in helpende gedachten. Dit is ook het doel van een gedragsexperiment. Bij een gedragsexperiment worden zulke negatieve gedachten namelijk uitgedaagd door deze te onderzoeken.
Hoe ziet een gedragsexperiment eruit?
Een gedragsexperiment bestaat uit verschillende stappen:
- Gedachte. De negatieve opvatting die iemand heeft wordt op papier gezet. Je doet die vaak in een als ... dan ... formulering. Bijvoorbeeld: “Als ik een onbekende iets vraag dan lacht diegene mij uit”.
- Geloofwaardigheid. Bepaal hoe geloofwaardig die gedachte is, dus hoe groot je de kans acht dat het uitkomt. Bijvoorbeeld: 85%.
- Alternatief. Bedenk een realistisch alternatief van de negatieve gedachte. Vaak is dit het tegenovergestelde van de negatieve gedachte. Bijvoorbeeld: “Als ik een onbekende iets vraag is diegene vriendelijk en beantwoorden ze mijn vraag.” Vervolgens bepaal je ook van dit alternatief de geloofwaardigheid, bijvoorbeeld: 15%.
- Experiment. Bedenk een experiment waarin de gedachte wordt onderzocht. Dit schrijf je van tevoren zo gedetailleerd mogelijk op. Bijvoorbeeld: “Ik ga op straat de weg vragen aan 10 vreemden".
- Bewijs. Bedenk van tevoren wanneer een bepaalde reactie bewijst dat de negatieve gedachte waar is, bijvoorbeeld: “Als iemand hard lacht en vervolgens doorloopt". Doe dit ook voor het alternatief, bijvoorbeeld: “Als iemand mijn vraag beantwoordt”. Bedenk vervolgens hoeveel positieve reacties voldoende bewijs leveren, bijvoorbeeld: “Als minimaal 7 van de 10 mensen vriendelijk reageert”.
- Uitvoering. Voer het experiment uit en evalueer daarna hoe het is gegaan. Bijvoorbeeld: “8 van de 10 mensen reageerden vriendelijk en beantwoordden de vraag”.
- Conclusies. Vorm aan de hand van de informatie uit het experiment een conclusie: “Er is genoeg bewijs om het alternatief te geloven”.
Wanneer kun je een gedragsexperiment uitvoeren?
Als je last hebt van negatieve of onrealistische gedachten kan een gedragsexperiment helpen om deze overtuiging in twijfel te trekken, en vervolgens te vervangen met een meer helpende gedachte. Door zulke experimenten uit te voeren wordt de negatieve gedachte uitgedaagd en zo vaak minder geloofwaardig. Een psycholoog kan jou helpen om een negatieve gedachte vast te stellen. Vervolgens zetten jullie samen het experiment op en bespreek je achteraf wat je geleerd hebt van dit experiment.
Onze psycholoog is gespecialiseerd in cognitieve gedragstherapie en kan jou hier dus goed bij helpen. Plan een gratis adviesgesprek of neem contact op met ons aanmeldteam om te bespreken wat er mogelijk is.