Wat zijn hechtingsproblemen?
Hechting gaat over de band tussen jou en je ouders of verzorgers. De manier waarop je ouders/verzorgers met je om gingen vroeger is bepalend voor hoe je gehecht bent als volwassene. Bowbly omschreef in 1969 vier hechtingsstijlen, namelijk de veilige, ambivalente, vermijdende en de gedesorganiseerde hechtingsstijl. De laatste drie worden onveilige hechtingsstijlen genoemd.
Veilige hechtingsstijl
De meeste mensen zijn veilig gehecht. Dit betekent dat je ouders of verzorgers genoeg aandacht voor je hadden en dat je als kind genoeg hulp en steun van ze kreeg. Je had als kind een veilige basis. Dit is erg belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Veilig gehechte kinderen hebben vaak vertrouwen in zichzelf en in anderen. Op latere leeftijd durven ze zich vaak ook te hechten aan anderen en hebben ze vaak positieve relaties.
Ambivalente hechtingsstijl
Ambivalentie gaat over een gespleten gevoel. Als je ambivalent gehecht bent dan is de kans groot dat je ouders of verzorgers vaak onduidelijke signalen gaven. Denk bijvoorbeeld aan onvoorspelbaarheid, inconsequent reageren of overmatige bezorgdheid. Hierdoor kon je het als kind lastig vinden om nieuwe dingen te onderzoeken en stelde je je afhankelijk op naar je ouders of verzorgers. Bovendien waren je ouders of verzorgers veel afwezig op belangrijke momenten. Het gedrag van je ouders of verzorgers destijds zorgen ervoor dat je nu vaak te maken hebt met stemmingswisselingen. Je humeur kan bijvoorbeeld ineens omslaan. Daarnaast kan je last hebben van verlatingsangst.
Vermijdende hechtingsstijl
Bij een vermijdende hechtingsstijl is er een grote kans dat je als kind veel door je ouders of verzorgers werd afgewezen en bent bekritiseerd en dat ze weinig contact met je zochten. Je hebt geleerd dat je dingen zelf moet doen en kunt hierdoor soms afstandelijk of ongeïnteresseerd overkomen naar anderen. Je bent gauw wantrouwend naar anderen en je wilt niet graag afhankelijk zijn. Grote kans dat je een 'muurtje’ hebt opgebouwd omdat je bang bent dat je anders wordt gekwetst.
Gedesorganiseerde hechtingsstijl
Je kunt een gedesorganiseerde hechtingsstijl ontwikkelen wanneer je als kind te maken hebt gehad met misbruik of verwaarlozing. Dit heeft ervoor gezorgd dat je ouders of verzorgers je zowel veiligheidsgevoelens als angstgevoelens geven. Je raakt hierdoor gedesorganiseerd. Er is een grote kans dat je weinig vertrouwen in jezelf en anderen hebt. Je hebt soms moeite om in sociale situaties adequaat te reageren en je vindt het lastig om relaties aan te gaan. Hierbij is er zowel sprake van toenadering als vermijding.
Wat zijn kenmerken van hechtingsproblemen?
Het meemaken van hechtingsproblemen in de kindertijd kan voor de ontwikkeling van onveilige hechting zorgen. Hiervan kan je in het dagelijkse leven last ervaren, zoals:
Hoe vaak komen hechtingsproblemen voor?
De meeste mensen hebben een veilige hechtingsstijl. Dit percentage zou ergens tussen de 6% en 70% liggen. Deze overige 30 tot 40% zou echter een onveilige hechtingsstijl hebben.
Hoe worden hechtingsproblemen behandeld?
Er zijn een aantal behandelingen geschikt voor hechtingsproblemen of een hechtingsstoornis. Je kunt bijvoorbeeld denken aan schematherapie, Emotion Focused Therapy (EFT) en systeem- of gezinstherapie gericht op de hechting. Je gaat in deze behandelingen aan de slag met de oorzaken van je hechtingsproblemen en op wat voor manier die tegenwoordig invloed op je hebben. Bovendien ligt de focus op het verbeteren van bijvoorbeeld je zelfbeeld of zelfvertrouwen, of het leren omgaan met faalangst, stress en bepaalde emoties.